Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
De voedselconsumptiepeiling 2022
Mijnheer de minister, het Federaal Voedings- en Gezondheidsplan is zoals we weten opgebouwd rond vijf strategische krachtlijnen. De vierde krachtlijn gaat over de monitoring en de voedselconsumptiepeilingen. Zo stond er voor 2022 een voedingsenquête op de agenda, in samenwerking met Sciensano en de deelgebieden. Wij begrijpen dat het veldwerk tot midden 2023 zal plaatsvinden. De eerste rapporten kunnen dan eind 2023 of in de loop van 2024 verwacht worden volgens Sciensano. Zoals eerder gezegd loopt het Federaal Voedings- en Gezondheidsplan van 2021 tot 2030. Het werd nog niet formeel gevalideerd. Hoe zult u rekening houden met de resultaten van de enquête en het nieuwe plan, die pas eind 2023 verwacht worden? In welke mate kan er achteraf nog bijgestuurd worden aan de hand van de resultaten van de enquête?
De voedselconsumptiepeiling voor 2022, die momenteel door Sciensano wordt uitgevoerd, is van cruciaal belang voor ons voedingsbeleid, zowel federaal als op het niveau van de gefedereerde entiteiten. Daar de jongste enquête van 2014 dateert, was het nodig opnieuw een representatieve bevraging van de bevolking te doen. Mijn administratie is betrokken bij de begeleidingscommissie en de wetenschappelijke commissie van de Sciensano-enquête 2022-2025. Ik ben dus heel benieuwd naar de eerste resultaten die dit onderzoek zal opleveren, ook voor mijn beleid. Het is duidelijk dat men een Federaal Voedings- en Gezondheidsplan moet opstellen, rekening houdend met alle elementen. De resultaten van de voedselconsumptiepeiling zijn daar een heel belangrijk onderdeel van. Ze zullen zeker een invloed hebben op hoe wij onze prioriteiten bepalen. Ik meen dat het belangrijk is dat wij zo goed mogelijk aan de behoeften van de bevolking voldoen om een goede bijdrage te kunnen leveren aan de verbetering van de eetgewoonten. Ik spreek natuurlijk binnen het kader van de federale bevoegdheden: de herformulering van voedsel, de etikettering, de marketing, de belastingen enzovoort.
Mieke Claes (N-VA): Mijnheer de minister, eigenlijk bevestigt u de opmerking dat het een beetje vreemd is dat er al aan het plan gewerkt wordt terwijl we nog een hele tijd moeten wachten op de resultaten van de enquête.
Minister Frank Vandenbroucke: Ik meen dat wij het parallel moeten zien. Zo'n plan vertrekt vanuit grote strategische assen. Dan wordt het verder geconcretiseerd. Ik meen dat we niet moeten wachten met het updaten van onze strategische assen. Ik denk dat we zo snel mogelijk de resultaten van de voedselconsumptiepeiling moeten gebruiken. Indien ik zou zeggen dat ik zal wachten, dan zou u nog ongelukkiger zijn.
Mieke Claes (N-VA): Dat klopt, maar ik heb daarmee nog geen antwoord gekregen op mijn tweede vraag over hoe het plan eventueel bijgestuurd zal worden eens de resultaten bekend zijn.
Minister Frank Vandenbroucke: Dat is steeds hetzelfde. U mag een regering ondervragen over haar intenties, maar ze moet daar helemaal niet op antwoorden. Ik kan u daar nog geen antwoord op geven. Wij spreken daarover, interfederaal en federaal. Ik kan er niet op vooruitlopen.