Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
De terugbetalingsmogelijkheden voor diëtetiekverstrekkingen
Mijnheer de minister, de terugbetalingsmogelijkheden van diëtetiekverstrekkingen zijn zeer beperkt. Ten eerste is er in heel veel medische situaties geen terugbetaling. Ten tweede liggen de wettelijk vastgestelde tarieven te laag bij de verstrekkingen waarvoor wel een terugbetaling geldt, bijvoorbeeld een terugbetaling in het kader van een zorgtraject diabetes type II, een zorgtraject chronische nierinsufficiëntie of dieetconsultaties voor kinderen met overgewicht of obesitas. Die laatste groep – kinderen met overgewicht of obesitas – neem ik even als voorbeeld. Voor die consultaties bedragen de honoraria 22,77 euro of 45,54 euro. Voor de duidelijkheid: wij vinden uiteraard niet dat de patiënt plots meer moet ophoesten, maar we zijn wel van mening dat diëtisten, zoals elke beroepsgroep, financieel correct vergoed moeten worden. Voor consultaties zonder wettelijke terugbetalingsmogelijkheid geven diëtisten ook aan dat zij hun prijzen slechts in zeer beperkte mate kunnen verhogen, aangezien ze elke dag ervaren dat patiënten een financiële drempel over moeten om een diëtist te raadplegen. Die drempel is nu al redelijk hoog. Nochtans worden ook diëtisten geconfronteerd met stijgende kosten. Daarnaast krijgen diëtisten, in tegenstelling tot verpleegkundigen, kinesisten en andere zorgactoren, bovendien geen telematicapremie en toegang tot het elektronisch patiëntendossier. Nochtans kan die toegang tot het elektronisch patiëntendossier, uiteraard alleen tot de relevante onderdelen, het verschil maken met de niet-gereguleerde voedingsconsulenten. Mijnheer de minister, deelt u de mening van de diëtisten in het werkveld dat de huidige terugbetalingsmogelijkheden ontoereikend zijn? Bent u van plan om daar iets aan te doen? Gaat u met de diëtisten akkoord dat de wettelijk vastgestelde tarieven toe zijn aan een herziening? Denkt u daarnaast na over een telematicapremie voor diëtisten? Hoe staat u tegenover het verlenen van toegang tot de relevante onderdelen van het patiëntendossier? Door de huidige bepalingen wordt het voor diëtisten steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. Meer dan eens is dat voor hen een reden om professioneel een andere weg in te slaan, wat natuurlijk zonde is, gezien hun expertise. Wat zult u doen voor de diëtisten om het tij te keren?
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Claes, de huidige indicaties voor monodisciplinaire diëtetiekverstrekkingen waarin de ziekteverzekering tussenkomt, beperken zich inderdaad tot patiënten met een zorgtraject wegens chronische nierinsufficiëntie, kinderen met overgewicht en diabetespatiënten. Wat u schetst, is dus juist, maar ik wil wel zeggen dat alle diabetespatiënten met recht op terugbetaling op zich al een grote groep vormen van vermoedelijk minstens 500.000 patiënten. In de praktijk worden diëtetiekverstrekkingen echter alleen gerealiseerd voor een relatief klein deel van de doelgroep. De eerste conclusie is dus dat, als in de praktijk vaker een beroep zou worden gedaan op de bestaande mogelijkheden, het werkveld voor de diëtisten er in ieder geval al helemaal anders zou uitzien, ook zonder een nieuwe verruiming van de indicaties waarvoor de ziekteverzekering dieetbegeleiding terugbetaalt. Er is daar dus een probleem van bewustzijn, sensibilisering, informatie enzovoort. De ziekteverzekering vergoedt ook allerlei multidisciplinaire revalidatieen zorgprogramma’s waaraan ook diëtisten kunnen bijdragen. Zo maken diëtisten deel uit van het multidisciplinair team dat door de ziekteverzekering wordt gefinancierd op basis van RIZIV-overeenkomsten met heel wat revalidatiecentra, multidisciplinaire zorgcentra en referentiecentra voor allerlei ziekten, dikwijls chronische ziekten. Daarnaast kunnen diëtisten ook worden ingeschakeld in het kader van de multidisciplinaire revalidatiezittingen K30, K45 en K60 van de nomenclatuur fysiotherapie, die in de meeste ziekenhuizen kunnen worden aangeboden voor allerlei indicaties. Die realiteit kent u echter ook. Voor de monodisciplinaire dieetbegeleidingssessies bedraagt het honorarium momenteel inderdaad 22,77 euro voor een zitting van 30 minuten en 45,54 euro voor een zitting van 60 minuten. De diëtistenverenigingen zijn van mening dat die honoraria te laag zijn en vragen dus om ze op te trekken. Ik ben me daarvan bewust. Ik beweer dus geenszins dat de honoraria heel hoog zijn. In het kader van de ziekteverzekering zijn er evenwel heel wat verstrekkingen van diverse zorgverleners waarvoor in soortgelijke honoraria is voorzien. Ik verwijs naar de podologen en de orthoptisten waarvoor dezelfde honoraria gelden. Ik stel vast hoe breed een mogelijk probleem van te lage honoraria is en hoe breed de verzuchtingen kunnen gaan. Ik moet daar dus rekening mee houden. Dat neemt evenwel niet weg dat er al stappen zijn gezet naar betere honoraria voor diëtisten. Zo is in het kader van de RIZIV-overeenkomst post-covid aanvaard dat diëtisten sinds 1 januari 2023 voor een sessie van minimaal 30 minuten 26,50 euro kunnen aanrekenen.
Momenteel is niet voorzien in een telematicapremie voor diëtisten. Dergelijke premies bestaan in de praktijk alleen voor zorgberoepen met veel beoefenaars en veel activiteiten in het kader van de ziekteverzekering, waarvoor bovendien belangrijke verplichtingen op het vlak van het gebruik van informatica zijn opgelegd – bijvoorbeeld verplichte elektronische facturatie – of waar grote hoeveelheden informatie worden uitgewisseld tussen de zorgverlener, de voorschrijver en de verzekeringsinstellingen. Als een arts voor een patiënt dieetbegeleiding voorschrijft, kan de arts in de verwijsbrief voor de diëtist zeker de medische informatie opnemen die de arts relevant vindt voor de diëtist. Diëtisten hebben momenteel evenwel geen toegang tot onderdelen van het medisch dossier dat de huisarts bijhoudt. Er wordt voorrang gegeven aan beroepen met veel meer activiteiten in het kader van de ziekteverzekering om de toegang tot dergelijke informatie voor die beroepen te regelen. Ik beschik niet over aanwijzingen, maar het is mogelijk dat de lage honoraria sommige diëtisten uit het beroep kunnen doen stappen, waardoor een tekort aan diëtisten dreigt te komen. Dieetadvies moet in de toekomst een belangrijke rol spelen in ons beleid inzake volksgezondheid en gezondheidszorg. Ik verwees al even naar diabetes waarbij we de poort ruimer hebben opengezet via het starttraject voor dieetadvies dat wordt terugbetaald. Ook in wat we nog zullen ontwikkelen rond obesitas en eetstoornissen krijgt de diëtist een heel prominente rol, ook met terugbetaling. Dan zitten we in trajecten, in georganiseerde aanpak, in multidisciplinariteit. Dat is de richting die we uit moeten. Dat vraagt veel tijd. We hebben geduld nodig voordat dat allemaal uitgewerkt is. Ik ga er wel van uit dat de diëtist in de toekomst een steeds belangrijkere rol zal spelen in geintegreerde zorg.
Mieke Claes (N-VA): Het is fijn om te horen dat u het nut inziet van de diëtisten, maar zoals u zelf ook zegt, moeten we geduld hebben, veel geduld. De diëtisten hebben al heel veel geduld gehad. Daar mag wel een tandje worden bijgestoken. Aan het begin van uw antwoord zei u dat we moeten kijken naar de groep van diabetespatiënten. Daar liggen nog heel wat kansen voor de diëtisten. Dat is natuurlijk omgekeerd benaderd. Er zijn veel patiënten met andere medische problematieken die ook een hulpvraag hebben voor de diëtisten. De patiënt kiest nog altijd zijn aandoening of ziekte niet. Heel veel kinderen of volwassenen worden geconfronteerd met een zware allergie, waarbij de diëtist een heel belangrijke en voorname rol kan spelen. Ik denk aan maag-darmproblematieken, de ziekte van Crohn enzovoort. Zo zijn er nog genoeg voorbeelden. Ook daar is er vandaag geen terugbetaling, terwijl dat jammer is. Diëtisten hebben vaak een andere expertise. Niet elke diëtist is gespecialiseerd in diabetes. Niet elke diëtist heeft de extra opleiding voor diabeteseducator gevolgd. Daar moeten we toch wel breder kijken dan enkel naar de trajecten die vandaag bestaan. Volgens de cijfers studeren er veel diëtisten af, maar er zijn ook heel veel diëtisten die afhaken. Volgens de cijfers schieten we echt wel tekort voor de bestaande noden en hulpvragen voor obesitas en overgewicht. Hopelijk kan daar sneller werk van worden gemaakt en wordt dit niet weer op de lange baan geschoven.