Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
De tewerkstelling van personen met een handicap
Mevrouw de minister, de regering mikt op 3 % tewerkstelling van personen met een handicap bij de federale overheid. Momenteel ligt het cijfer echter op 1,09 %. In het regeerakkoord staat de ambitie om een werkzaamheidsgraad van 80 % te bereiken en daarvoor hebben we iedereen nodig. Ook voor personen met een handicap is werk uiteraard een vorm van zingeving en bovendien zorgt het ook voor de nodige sociale contacten. Zelf hebben we op dit punt al voorstellen ingediend die naar onze mening een grote stap vooruit zouden kunnen betekenen. Het gaat dan om ons wetsvoorstel inzake de arbeidsintegratiejobs, dat het voor personen met een IVT mogelijk wil maken om een deeltijdse job te combineren met het volledig behoud van de IVT. Men hoeft dan niet te vrezen voor inkomensverlies, iets wat nu vaak wel het geval is. Bij hervallen of indien de werkhervatting geen succes zou blijken te zijn, kan men dan terug aanspraak maken op de IVT zoals voorheen. Ter compensatie van het behoud van de IVT betaalt men dan wel een extra RSZ-bijdrage op het verdiende loon. Op die manier wordt de betaalbaarheid van het systeem gegarandeerd. Mevrouw de minister, hoe denkt u over het voorstel van arbeidsintegratiejobs? Welke acties worden nog ondernomen om meer personen met een handicap aan de slag te krijgen, zowel bij de overheid als in de privésector? Mijn vraag was al even hangende en ik heb gezien dat ondertussen op de ministerraad van 6 oktober al beslissingen werden genomen. Misschien kunt u daar ook wat duiding bij geven? Ik kom tot mijn tweede vraag. Via de wet van 3 september 2017 werd het KB van 6 oktober 2005 aangepast. Deze aanpassing kwam er ten gevolge van de goedkeuring van een wetsvoorstel van onze fractie uit de vorige legislatuur. Dat voorziet in de mogelijkheid om voor het behalen van de doelstelling van 3 % voor maximaal een derde gebruik te maken van tewerkstelling via maatwerkbedrijven. Op die manier kan de overheid ook personen die moeilijker in een reguliere werkomgeving kunnen functioneren, tewerkstellen. In welke mate wordt vandaag van deze mogelijkheid gebruikgemaakt? Zult u het gebruik van maatwerkbedrijven voor het behalen van de doelstelling van 3 % verder onderzoeken? Hoe evalueert u de meerwaarde van deze mogelijkheid?
Minister Karine Lalieux: Werken betekent ook minder afhankelijk zijn en actief kunnen deelnemen aan de samenleving. Dit is dus zeker een van mijn prioriteiten. Het aantal mensen met een handicap dat voor de overheid werkt, is gedaald. Toch leveren we inspanningen om het tij te keren, onder meer via maatwerkbedrijven. Slechts een minderheid van de personen met een handicap werkt echter bij een maatwerkbedrijf. Volledige inclusie betekent dat iedereen dezelfde kansen krijgt om een job te vinden dankzij redelijke aanpassingen. In de eerste plaats zijn er belangrijke maatregelen genomen om de sociale wetgeving beter af te stemmen op de tegemoetkoming voor mensen met een handicap. Zo is de prijs van de arbeid aanzienlijk verlaagd en zijn de voorwaarden voor het statuut van zelfstandige in bijberoep aangepast voor werknemers met een handicap. Op mijn initiatief en met de steun van mijn collega die hiervoor bevoegd is, hebben onze federale overheidsdiensten zich ertoe verbonden de werkgelegenheidsgraad te verhogen. Deze verbintenis omvat een hele reeks maatregelen met een driemaandelijkse rapportering onder toezicht van de voorzitter van de FOD Sociale Zekerheid. Samen met minister De Sutter heb ik ook gewerkt aan een hervorming van het KB van 2005. Dit ontwerp omvat diverse maatregelen waaronder een bredere definitie van handicap, nieuwe aanpassingen van de examens van werken voor .be, de bevordering van deeltijds werk en een onthaalprogramma voor werknemers met een handicap, waaronder de omvorming van stageplaatsen in vaste jobs. Hier zal ik het niet bij laten. Ik wil mijn collega’s ervan overtuigen twee andere maatregelen goed te keuren die de toegang tot werk voor mensen met een handicap vergemakkelijken. Het gaat niet om een beslissing van 6 oktober. De eerste maatregel is het cumuleren van een arbeidsinkomen met de IVT. Mensen met een handicap die de voorbije twee kalenderjaren niet hebben gewerkt, zouden dan twee jaar lang hun IVT kunnen combineren met hun loon. De tweede maatregel is de invoering van een forfaitaire IT om werknemers met een handicap te ondersteunen, zelfs in het geval van werkloosheid of invaliditeit. De gesprekken hiervoor zijn nog aan de gang. Ik ben ervan overtuigd dat de eerste minister en al mijn collega’s, die zich unaniem achter het Federaal Plan handicap hebben geschaard, ook nu bereid zullen zijn om deze doelgroep te steunen. Ik moet dus nog overleggen met de verschillende partners in de regering om de tweede maatregel op de ministerraad te krijgen. Ik heb twee weken om te werken met mijn collega’s.
Mieke Claes (N-VA): Het is jammer om te horen dat het percentage van het aantal werkenden binnen deze categorie is gedaald. Alle maatregelen die we nemen in positieve zin, alle maatregelen die een gunstig effect kunnen hebben, moeten we proberen maximaal te activeren en maximaal om te zetten. Ik wil toch hameren op ons voorstel in verband met de arbeidsintegratiejobs. U doet wel een voorstel in die zin, maar ik zou u willen aanmoedigen om ons voorstel toch grondig te bekijken. De overheid moet zelf het goede voorbeeld geven. Bij de beslissingen genomen op de ministerraad van 6 oktober staan zeker een heel aantal goede punten. Dan vraag ik mij echter vooral af waarom dit nu pas gebeurt. We gaan richting de volgende verkiezingen. Het einde van de legislatuur komt nabij. Waarom komt zo’n belangrijk punt, waar we met z’n allen zo hard om schreeuwen, nu pas op een ministerraad? Hier gebeurt toch veel te weinig voor? Ik zie uw antwoord dus graag komen, maar ik blijf wat op mijn honger zitten. Hopelijk worden de voorstellen allemaal omgezet, hoe sneller, hoe beter. De N-VA vindt het belangrijk dat personen met een handicap op de juiste manier omkaderd en ondersteund worden, zodat zij die willen werken en die dat fysiek ook kunnen, ook deel kunnen uitmaken van de arbeidsmarkt, op een zo comfortabel mogelijke manier.