Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
Tatoeages
Mijnheer de minister, zoals we allemaal zien, zijn tatoeages populairder dan ooit. Alsmaar meer mensen laten een tattoo zetten en het aantal tattooshops neemt dan ook fors toe. Bij de FOD Volksgezondheid zijn ondertussen 2.350 tattooartiesten geregistreerd die een erkenningsnummer hebben gekregen nadat ze een verplichte driedaagse hygiënecursus hadden gevolgd. Ook het aantal illegale tatoeëerders neemt evenwel flink toe. Vooral het zogenaamde stick & poke, waarbij jongeren tattoos zetten op feestjes, vaak met alle medische gevolgen van dien, blijkt dan ook een nieuwe trend. Ondanks deze evolutie lijkt het aantal controles in België evenwel zeer laag, vooral in vergelijking met bijvoorbeeld Nederland. Tattooartiesten geven aan dat ze vaak jarenlang geen inspecteur over de vloer krijgen. Hoeveel controles heeft de FOD Volksgezondheid de laatste jaren uitgevoerd? Waarom is het aantal controles tien jaar geleden drastisch verminderd? Begin deze maand werd een Pano-reportage uitgezonden. Daarin werd als argument vermeld dat de reden daarvan het ontslag van twee vaste inspecteurs was. Bent u van plan om het aantal controles op te voeren gezien de maatschappelijke evolutie? Momenteel kan de FOD Volksgezondheid enkel controles uitvoeren naar aanleiding van een klacht. Hoeveel klachten ontving de FOD Volksgezondheid de laatste jaren? Wilt u proactieve controles wettelijk mogelijk maken? Hoe controleren inspecteurs of de wettelijk toegestane inkten worden gebruikt? Hoe gaan ze om met bijvoorbeeld verborgen voorraden van goedkopere en gevaarlijke illegale inkten? In Nederland vinden meer controles alsook meer intensieve controles plaats. Zult u overleggen met uw Nederlandse collega’s om na te gaan wat daar de goede praktijken zijn? Momenteel moeten tattooartiesten een driedaagse hygiënecursus volgen. Volgens de Pano-reportage kan men voor die cursus niet zakken, maar krijgt men daarna wel een erkenningsnummer. Werd die opleiding ooit geëvalueerd? Overweegt u om strengere criteria op te leggen als voorwaarde om tattooartiest te worden, bijvoorbeeld via een aanpassing van het KB van 2005?
Minister Frank Vandenbroucke: Vanaf 1 juli 2021 tot op vandaag zijn er in totaal 15 tattooshops ter plaatse gecontroleerd door de Inspectiedienst Consumptieproducten van de FOD Volksgezondheid: 6 in Vlaanderen, 2 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 7 in Wallonië. Zes controles vonden plaats in het tweede semester van 2021, 8 in het eerste semester van 2022 en 1 in het tweede semester van 2022. De meest voorkomende inbreuken op het totale aantal vastgestelde inbreuken waren dat de beroepsbeoefenaar niet geregistreerd is bij de FOD Volksgezondheid, goed voor 31 % van de inbreuken, het ontbreken van het document met informatie over de risico’s voor de gezondheid dat in de wachtzaal of in de werkruimte moet uithangen, 12 %, de datum voor steriliteit van inkten en naalden die overschreden is en muren en vloeren die niet glad of afwasbaar zijn, 6 %, het ontbreken van een door de klant ondertekend document over de risico’s van tatoeages of piercings, 6 %, de beoefenaar die zich onvoldoende vergewiste van de fysieke toestand van de klant of van het beslissingsvermogen van de klant, 6 %. Ten gevolge van deze controles werden geen erkenningen geschorst of ingetrokken. Momenteel zijn er 2.351 bestaande registraties in de databank van geregistreerde tatoeëerders. Het is echter niet mogelijk om te weten of deze beroepsbeoefenaars nog actief zijn, omdat de gegevens niet geregistreerd worden, dus ook niet de activiteit. Sinds 1 juli 2021 werden 334 nieuwe registraties uitgevoerd. Ik ben mij ervan bewust dat deze kwestie belangrijk is voor de veiligheid van de klanten die een beroep doen op tatoeëerders, zowel wat de hygiëne, als de gebruikte producten en apparatuur betreft. Ik ben het er ook mee eens dat een regelmatige controle en certificering van serieuze beroepsbeoefenaars noodzakelijk is, naar het voorbeeld van het Nederlandse model. Tatoeeerders zijn echter geen gezondheidswerkers, maar handelaars. De klanten van tatoeëerders kunnen in geen geval als patiënten worden beschouwd. Deze materie valt onder de Economische Inspectie en Consumentenbescherming. In dit verband ben ik in gesprek met de minister van Economische Zaken. In het kader van de REACHwetgeving controleren de federale inspectiediensten de inkten die worden gebruikt in tattooshops, of ze conform de nieuwe Europese regelgeving zijn. Omdat tatoeëerders ook vaak hun producten online kopen en buiten de EU, zullen mijn diensten ook staalnames organiseren van dergelijke onlineaankopen. Ik heb nog geen antwoord op uw vragen over de hygiënecursus en over het overleg met mijn Nederlandse ambtsgenoot. Misschien zult u er nog eens op moeten terugkomen of kunt u hiervoor een schriftelijke vraag aan mij richten, zodat ik daar uitvoeriger op in kan gaan.
Mieke Claes (N-VA): Mijnheer de minister, uit uw antwoorden blijkt dat u hierover bezorgd bent. De reportage van Pano toont aan dat tatoeëerders zeker vragende partij zijn voor extra controles, in de eerste plaats om de gebruiker te beschermen. Het is zeer belangrijk om hun vraag serieus te nemen. U hebt aangegeven dat u overlegt met uw collega-minister die verantwoordelijk is voor Economie. Ik zal daar zeker nog op terugkomen. We kunnen voor good practices naar Nederland kijken, maar er zijn zonder meer nog tal van andere voorbeelden waarmee we onze huidige werking kunnen vergelijken om die te verbeteren. In Nederland verleent men beroepsvergunningen met een geldigheidsduur van drie jaar en aan het einde van die periode wordt de tatoeëerder weer gecontroleerd. Dat geeft al wat meer zekerheid op het vlak van de opvolging van de veiligheids- en hygiëneregels. Wat de cursus van drie dagen betreft, daar zal ik zeker nog een vraag over stellen. Het gaat trouwens maar om een opleiding van twintig uur, waarna men dan van een levenslange erkenning geniet. Dat is mijns inziens ontoereikend en dat probleem moet verholpen worden, zeker gelet op het toenemende aantal medische problemen na het plaatsen van een tattoo. Dat toont immers aan dat er werk aan de winkel is.