Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
Het koninklijk besluit inzake alcoholreclame
Mijnheer de minister, aan het begin van deze vergadering hebben we het wetsontwerp besproken over tabak en alcohol. Daarin is onder meer opgenomen dat reclame voor alcohol via een koninklijk besluit wordt geregeld. Bij de bespreking van het wetsontwerp heeft collega Fonck u daarover al vragen gesteld, maar u bent daar niet heel erg diep op ingegaan. Om die reden wil ik mijn mondelinge vraag aanhouden. Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken van dat koninklijk besluit? Kunt u de speerpunten ervan toelichten en wat meer duidelijkheid geven?
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw Claes, we hebben het daarover inderdaad bij de bespreking van het wetsontwerp gehad, dus ik heb al een stuk van het antwoord gegeven, maar in antwoord op uw vraag zal ik wat meer details geven. De rechtsgrond hebben we daarnet al besproken. Op basis van die rechtsgrond is een besluit in opmaak, conform de interfederale strategie inzake schadelijk gebruik van alcohol. Dat besluit bevindt zich nu in ontwerpvorm bij de Europese Commissie, aangemeld conform de TRISprocedure. De status quo verloopt op 22 april, tenzij er opmerkingen komen. In geval van opmerkingen moeten we nog drie maanden extra de tijd nemen. Met de administratie bekijken we welke stappen we tussentijds al kunnen zetten op nationaal niveau, waarbij ik bijvoorbeeld denk aan het inwinnen van het advies van de Raad van State. Dat koninklijk besluit zal vier speerpunten omvatten. Een eerste punt is het opleggen van beperkingen op het vlak van alcoholreclame, zoals bepaald in artikel 11.2 van het convenant inzake reclame voor en marketing van alcoholhoudende dranken. Zo zal alcoholreclame verboden zijn in kranten, tijdschriften, bioscoopvertoningen, digitale media, vijf minuten voor en vijf minuten na uitzendingen die hoofdzakelijk gericht zijn op een publiek van minderjarigen. Ten tweede, wanneer alcoholmarketing wel toegelaten is, wordt de toevoeging van een gezondheidsmededeling verplicht bij elke reclameboodschap. Daarvoor zal nog een ministerieel besluit worden uitgevaardigd met de verschillende boodschappen die momenteel door de Hoge Gezondheidsraad worden geïdentificeerd en waarin tevens een roulatiesysteem zal worden vastgelegd. Een derde punt is het verbod op het gratis aanbieden van alcoholhoudende dranken in het kader van promotiecampagnes, uitgezonderd wanneer de consument een alcoholhoudend product aankoopt of in het kader van degustaties, zoals daarnet al werd gezegd. Een vierde punt is de invoering van een controle door de inspectiedienst van de FOD Volksgezondheid op de bepalingen van dat koninklijk besluit. Daarmee heb ik wat we bij het wetsontwerp al hadden besproken, meer gepreciseerd.
Mieke Claes (N-VA): Mijnheer de minister, begrijp ik het goed dat het eigenlijk overeenkomt met de maatregelen die in het alcoholplan staan of zijn er nog dingen bijgekomen?
Minister Frank Vandenbroucke: Neen. Wat ik heb gezegd, zit allemaal in het plan. Het gaat inderdaad over het codificeren van het convenant in harde wetgeving. Dat maakt het mogelijk om de controle daarop echt te laten gebeuren door de inspectie. Dat is misschien wel het belangrijkste punt in dezen. Daar is wat discussie over. Ik weet dat dat wat controversieel is, want dat convenant is eigenlijk iets dat de Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame bekijkt, maar we maken daar nu harde wetgeving van en daardoor zal onze inspectie dat bekijken. We denken dat dat beter is. Het is dus niet zozeer de inhoud van de bepalingen die wijzigt wat de voor- en naprogramma's hoofdzakelijk gericht op minderjarigen betreft, maar de onderliggende methodiek en de inspectie.