Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
De vaststelling van dollekoeienziekte in Nederland
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal mij beperken tot mijn vragen, aangezien mijn inleiding dezelfde is als de inleiding van de vorige vraagsteller. In welke mate werd een risico-inschatting gemaakt als gevolg van de vaststelling van BSE in Nederland? Het FAVV geeft aan dat extra maatregelen niet aan de orde zijn. Op welke manier monitort u de situatie?
Minister David Clarinval: Mijnheer De Caluwé, mevrouw Claes, mijnheer Prévot, vooraleer dieper in te gaan op de vragen, wil ik meedelen dat het BSE-geval in Nederland atypische BSE betrof. Gevallen van atypische BSE treden sporadisch op bij oudere runderen en ontstaan spontaan. Er is dus geen bron voor deze gevallen aan te duiden en het contact tussen runderen speelt geen enkele rol bij het ontstaan ervan. De jongste jaren werd in de Europese Unie jaarlijks gemiddeld een vijftal atypische BSE-gevallen gedetecteerd op een veestapel van meer dan 37 miljoen volwassen runderen. Gelet op het spontane karakter van deze aandoening, is het niet te voorspellen waar deze gevallen zich zullen voordoen. De detectie van atypische BSE-gevallen in Nederland wijst niet op een verhoogd risico op BSE, maar ligt volledig in lijn met de resultaten van een bewakingsprogramma in de EU van de afgelopen vijf jaar. Er is dus geen reden om aan te nemen dat er in ons land een verhoogd risico is op BSE. Aangezien het niet te voorspellen is waar en wanneer een atypisch geval zal opduiken, kan ik ook niet volledig uitsluiten dat er in de toekomst een atypisch geval van BSE zal worden gevonden in België, ook al is die kans zeer klein. Aangezien het onmogelijk te voorspellen is waar en wanneer zich een atypisch BSE-geval zal voordoen, heeft het geen zin om in het grensgebied met Nederland extra maatregelen te nemen. Het Belgische bewakingsprogramma richt zich op alle risicodieren op het volledige Belgische grondgebied.
Mieke Claes (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Het is goed te horen dat er geen verhoogd risico is. Voor de rest doe ik een oproep dit goed te blijven opvolgen.