Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
De stand van zaken met betrekking tot het alcoholplan
Mijnheer de minister, mijn eerste vraag gaat over alcoholetikettering. In Ierland zou er wetgeving komen die waarschuwingsetiketten verplicht op flessen alcohol. Meer bepaald zouden die waarschuwingen de link tussen alcohol en kanker verduidelijken, alsook preciezere informatie bevatten over de alcoholinhoud. Negen Europese lidstaten tekenden bezwaar aan tegen de geplande wetgeving en haalden daarbij het argument aan van de interne markt. Volgens verschillende lidstaten zouden de Ierse maatregelen de geplande Europese harmonisering van alcoholetikettering kunnen ondermijnen. Niet toevallig gaat het om grote alcoholproducenten zoals Frankrijk, Spanje en Italië. Kunt u een stand van zaken geven van de geplande harmonisering van de etikettering op Europees niveau, zeker inzake de gezondheidswaarschuwingen? Welk standpunt neemt België ter zake in? Bereidt u eigen initiatieven voor met betrekking tot etikettering, eventueel binnen de context van de aankomende strategie inzake het schadelijke gebruik van alcohol? Mijn tweede vraag sluit aan bij die van mevrouw Sneppe. Wat is de huidige stand van zaken van het alcoholplan en werd de finale versie daarvan goedgekeurd tijdens de interministeriële conferentie?
Minister Frank Vandenbroucke: Mevrouw de voorzitster, geachte Kamerleden, bedankt voor uw vragen. Mevrouw Sneppe, u hebt goed gezien dat in de inleiding van de basisnota bij de interfederale strategie inzake schadelijk alcoholgebruik inderdaad een nogal onwaarschijnlijke fout geslopen is. Ik heb aan onze diensten gevraagd om die fout onmiddellijk te corrigeren en dat is ondertussen al in orde gebracht. Hoe dan ook, het verschil tussen dat cijfer en het juiste cijfer doet geen afbreuk aan het voorstel van interfederale strategie inzake schadelijk gebruik van alcohol, dat op het ogenblik voorligt in de Algemene Cel Drugsbeleid. De studie met betrekking tot de sociale kosten bevat inderdaad gegevens uit 2012, maar dat zijn niet de enige gegevens waarop mijn beleid is gebaseerd. Mijn beleid inzake schadelijk gebruik van alcohol houdt onder andere rekening met ziekenhuisgegevens, gegevens uit de gezondheidsenquête van Sciensano, BELSPO-studies en internationale aanbevelingen. Er zitten dus ook heel wat recentere data in. De studie met betrekking tot de sociale kosten uit 2012 blijft toch relevant, omdat ze in haar opzet uniek is in België. Naast allerlei cijfermateriaal werd ook het advies van de Hoge Gezondheidsraad met betrekking tot alcohol meegenomen. Dat bevatte natuurlijk ook cijfers. Ook werden verschillende gezondheidsexperts gehoord. Het gaat over een zeer verscheiden groep die bestaat uit huisartsen, psychiaters, psychologen, preventiewerkers, mensen die wetenschappelijk bezig zijn met het thema, criminologen en bijvoorbeeld ook de organisatie Jeunes, Alcool & Société. We kunnen dus zeggen dat we zeer diverse bronnen geraadpleegd hebben, ik zou durven te zeggen alle mogelijke bronnen. We hebben die samengebracht in een werkgroep, als basis voor discussie. U vindt die cijfers, met alle bronnen erbij, ook terug in de basisnota. De basisnota werd gevalideerd door de thematische vergadering Drugs, die eigenlijk onze interministeriële conferentie Drugs is, ongeveer een jaar geleden, in het voorjaar van 2022. U vindt die basisnota terug op de website van onze FOD. Daarin is trouwens ook terug te vinden welke missie en doelstellingen wij hanteren. Bij die doelstellingen vindt u ook de aanbeveling van de Hoge Gezondheidsraad om het aantal van tien eenheden alcohol per week niet te overschrijden. Ik kom nu tot enkele algemene beschouwingen. De interfederale strategie inzake problematisch gebruik van alcohol overstijgt ruim de bevoegdheden van de ministers van Volksgezondheid, omdat ze ook betrekking heeft op de bevoegdheden van onder andere de ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken, Werkgelegenheid, Mobiliteit, Wetenschapsbeleid en Begroting. Ik ben dus, met mijn collega’s van de federale regering en mijn collega’s van de deelstaten, echt op zoek gegaan naar een sterke consensus over het thema. Ik denk namelijk dat we een breedgedragen en concrete interfederale strategie moeten hebben. Pas dan kunnen we echt een belangrijke vooruitgang boeken. Ik hoef u er niet van te overtuigen dat dat de basis is onze antwoorden die belangrijk zijn voor heel veel individuele mensen en gezinnen in ons land die te maken hebben met de schadelijke effecten van alcohol
Hoever staan we? Het voorstel van strategie dat de basisnota omzet in concrete maatregelen is recent ter raadpleging voorgelegd aan de stakeholders op het terrein. Half februari zullen de resultaten van die raadpleging worden voorgelegd aan de Algemene Cel Drugsbeleid, waarin alle federale en deelstaatministers bevoegd voor alcohol- en drugsbeleid vertegenwoordigd zijn. Die strategie zal, na eventuele aanpassingen, in maart ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Thematische Vergadering Drugs van de interministeriële conferentie Volksgezondheid, afgekort de IMC Drugs. Ik kijk daar zeer naar uit. Dat komt nu dichtbij. Eigenlijk komt dit actualiteitsdebat dus een paar weken te vroeg. We zouden het debat beter net erna moeten voeren. Dit debat komt op een wat moeilijk moment, omdat ik vanuit de rol die ik daarin speel niet meer informatie kan geven dan wat al geweten is. Ik kan nu niet vooruitlopen op wat er uit die debatten zal komen in de werkgroep alcohol binnen de Algemene Cel Drugsbeleid. Ik kan wel al zeggen wat we in de federale regering beslist hebben over onze positie in dat interfederaal overleg. We zijn om te beginnen van mening dat reclame voor alcohol op radio en televisie voor en na programma’s met kinderen en jongeren als doelgroep verder aan banden moet worden gelegd en vooral ook strenger gecontroleerd. Dat geldt ook voor filmpjes op digitale media en voor geschreven pers gericht op kinderen en jongeren, net als in de bioscoop voor een film. Die maatregelen met betrekking tot reclame zullen worden opgenomen in de regelgeving. We zullen de controle daarop ook niet langer meer overlaten aan de Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame, maar we installeren een onafhankelijk orgaan binnen onze FOD Volksgezondheid om dat efficiënter op te volgen. Het is vanzelfsprekend dat we dan in de praktijk zullen steunen op de inspectie die we hebben in onze FOD. De focus ligt op het beschermen van jongeren tegen overmatig en schadelijk alcoholgebruik. Vandaag is er ook nog te vaak discussie over wie nu welk type van alcoholproducten mag kopen. Dat komt omdat het onderscheid welk product op welke leeftijd mag worden gekocht vandaag gemaakt wordt op grond van de productiewijze. De markt is echter geëvolueerd. Er bestaan talloze hybride of gemengde alcoholproducten. Zo weet barpersoneel bijvoorbeeld niet altijd wat ze aan wie mogen verkopen. Hetzelfde zien we vaak gebeuren in nachtwinkels. De federale regering stelt daarom voor om meer duidelijkheid in de regelgeving te brengen en onze jongeren op die manier preventief beter te beschermen. We zijn van mening dat aan de 16- tot 18-jarigen enkel nog bier en wijn mag worden verkocht. Alle andere dranken, met name sterke dranken waaronder dus ook versterkte wijnen, mogen dan uitsluitend worden verkocht aan de 18-plussers. Voorts hebben we afgesproken dat er een nachtelijk verbod komt op de verkoop van alcohol in winkels langs de autosnelweg tussen 22.00 uur en 7.00 uur en ook een verbod op de verkoop van alcoholische dranken in ziekenhuizen. Dat willen we inperken.
Mevrouw Claes en mevrouw Rohonyi, u hebt verwezen naar Ierland en wat men kan doen met betrekking tot etikettering. Ierland heeft inderdaad een reeks etiketterings- en waarschuwingsmaatregelen voor alcoholische dranken ingevoerd. In het kader van de kennisgeving door Ierland van de Ierse ontwerpreglementen heeft België geen bezwaar gemaakt en ook de Europese Commissie heeft zich daar niet tegen verzet. Deze Ierse ontwerpwetgeving is in 2018 geïnitieerd, voordat de Europese Commissie haar eigen voornemen bekendmaakte om op het Europese niveau maatregelen te nemen. Voor alle duidelijkheid, wij spreken hier eigenlijk over twee aspecten van het beleid, enerzijds de etikettering voor voedingswaren en wat daarmee verbonden is en anderzijds de toevoeging van een gezondheidswaarschuwing op elk product. Ik heb mijn diensten gevraagd om die maatregelen te bekijken in het licht van ons alcoholplan en zij zullen dan ook worden besproken in de werkgroep alcohol. Opnieuw, ik wil daar niet op vooruitlopen – ik ben niet in de positie dat ik dat kan doen, dat zou niet nuttig zijn – maar we bekijken het inderdaad in dat dubbele licht. Ik geef even de stand van zaken op Europees niveau. In het kader van het Europe’s Beating Cancer Plan heeft de Europese Commissie aangekondigd de etikettering van ingrediënten en de voedingswaarde van alcoholische dranken te verplichten. Tijdens voorafgaand overleg heeft de bevoegde Belgische overheid, de FOD Volksgezondheid, aangegeven dat hij het voornemen van de Europese Commissie steunt en dat de huidige vrijstellingen eigenlijk niet gerechtvaardigd zijn. Deze toekomstige wijziging van de Europese wetgeving is voorzien binnen de bredere context van de herziening van verordening nr. 1169/2011 die ook andere aspecten van voedingsetikettering zal omvatten, met name de voedingswaarde-etikettering op de voorkant van de verpakking, de aanduiding van de vervaldatum en de oorsprongsaanduiding. De wetgevende voorstellen van de Europese Commissie werden oorspronkelijk eind 2022 al verwacht, maar ze zijn uitgesteld tot het eerste kwartaal van 2023. Ik kan er dus niet meer over zeggen, omdat de inhoud van de voorstellen bij ons nog niet bekend is. In het kader van het Europe’s Beating Cancer Plan had de Europese Commissie ook aangekondigd dat zij in een tweede fase gezondheidswaarschuwingen op alcoholische dranken zou voorstellen. Tot hiertoe is er bij mijn weten nog geen initiatief in die zin gelanceerd op Europees niveau, maar we zullen dus bekijken of we dit op Belgisch niveau kunnen implementeren. Als het antwoord daarop in principe positief is, zullen we bekijken hoe we dat eventueel kunnen regelen. Mevrouw de voorzitster, u hoort het, ik heb gekozen voor het moeizame werk van het zoeken naar een breed draagvlak. Eens wij echter zo ver zijn, hebben wij iets heel sterks, wat we bijna vijftien jaar lang niet hebben gehad. Ik ben in die zin hoopvol voor de komende periode. Ik hoop dat we zullen landen met het alcoholplan. Ik vraag natuurlijk aan mijn diensten om snel in actie te schieten zodra dit plan gevalideerd is.
Mijnheer de minister, de strategie overstijgt inderdaad de bevoegdheden, wat het natuurlijk niet gemakkelijk maakt. U verklaart dat er verschillende politieke visies leven, terwijl we nood hebben aan een breedgedragen strategie. Ik vrees dat de patiënt de dupe wordt van al die verschillende politieke visies. Er wordt aan een ambitieus interfederaal plan gewerkt, maar als verschillende experts ter zake al bezorgd zijn, waar zullen we dan met het plan landen? Ik hoop dat we nog altijd even ambitieus zijn. U verklaart dat er tot nu toe geen sterke basis bestaat. Ik hoop dus dat er een stevige basis zal komen, maar ik blijf er bezorgd over. Ik sluit me aan bij mevrouw Sneppe inzake de bezorgdheid over de andere leeftijdscategorieën. Jongeren hebben specifieke noden, maar we mogen de andere leeftijdscategorieën zeker niet uit het oog verliezen. Een laatste punt is meer duidelijkheid in de regelgeving. Bijvoorbeeld de antitabaksstrategie omvat zeker goede initiatieven, maar een kat vindt haar jongen er soms niet meer in terug. Als plannen worden uitgerold, is het voor ons soms al ingewikkeld om te weten hoe de vork aan de steel zit, maar voor de man in de straat is het nog moeilijker. Ik heb dezelfde vrees bij het alcoholplan. Ik pleit dan ook voor duidelijkheid en eenvormigheid om zoveel mogelijk verwarring bij de jongeren en de andere leeftijdscategorieën te voorkomen.