Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
De procedure voor het aanvragen van parkeerkaarten voor personen met een handicap
Mevrouw de minister, we weten dat burgers geconfronteerd worden met zeer lange wachttermijnen bij de aanvraagprocedure van een parkeerkaart voor personen met een handicap. Enkele maanden geleden kwam nog een getuigenis in de media van iemand die zes maanden moest wachten op een kaart voor zijn schoonvader die helemaal niet goed ter been was en vaak bezoeken moest brengen aan artsen en het ziekenhuis. Uiteindelijk overleed die man jammer genoeg voor hij de parkeerkaart kreeg. De FOD Sociale Zekerheid gaf aan dat er een tekort is aan artsen en dat het nog wel enige tijd kon duren vooraleer het dossier behandeld kon worden. Dat is toch wel enorm triestig. Om dat probleem aan te pakken, kan misschien inspiratie geput worden uit het Vlaamse systeem. Op het Vlaamse niveau maakt het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden immers al gebruik van gemachtigde indicatiestellers bij de diensten voor gezinszorg en de OCMW’s die de screening doen. Een bredere pool van gemachtigden kan dus zeker nuttig zijn om de wachtlijsten te beperken. Mevrouw de minister, hoe staat u tegenover de optie om meerdere artsen op te leiden, uiteraard op volstrekt vrijwillige basis, niet als verplichting? Het recht op een parkeerkaart kan zodoende ook toegekend worden door artsen die niet noodzakelijk fysiek in de regionale centra van DG HAN moeten werken, maar gewoon op hun kabinet. Dat kan de wachtlijsten verminderen en voor de patiënt bestaat het comfort erin dat hij geen verre afstanden meer moet afleggen naar een centraal antennebureau. Hoe is de gemiddelde wachttijd voor de aanvraag van een parkeerkaart geëvolueerd in de laatste vijf jaar? Welke profielen en hoeveel extra mensen zullen in het raam van het Excellent Plan per regionaal centrum worden aangeworven? Hoe zullen die personeelsleden concreet ingezet worden om de aanvraagprocedure van een parkeerkaart te versnellen?
Minister Karine Lalieux: Mevrouw Claes, een parkeerkaart kan men alleen aanvragen bij de Directie-generaal Personen met een Handicap. Volgens mij moet dat zo blijven. De DG HAN werkt wel samen met externe artsen, sommigen van hen werken niet in het regionale centrum, maar in een privépraktijk. Die aangewezen artsen hebben hiervoor een uitgebreide opleiding gevolgd. Vóór 2003 werden parkeerkaarten voornamelijk uitgereikt op basis van een verklaring van de huisarts, maar er waren zoveel kaarten in omloop dat verschillende organisaties en de lokale besturen die instaan voor de parkeercontroles, aan de alarmbel hebben getrokken. Daarom werd beslist dat alleen de DG HAN parkeerkaarten mag uitgeven. Ik vind ook dat het niet zo lang zou mogen duren tot deze kwetsbare personen krijgen waar ze recht op hebben. Daarom heb ik de regering een hervormingsplan voorgelegd waarvoor sinds 2021 de nodige middelen worden uitgetrokken. De situatie is dus aan het verbeteren. Indien mogelijk worden beslissingen alsmaar vaker genomen op basis van attesten met kortere wachttijden. De evaluaties worden ook niet alleen meer door artsen uitgevoerd, andere leden van de multidisciplinaire teams zoals kinesisten of ergotherapeuten kunnen dat sinds het hervormingsplan ook doen. In 2022 werden vijf evaluatoren uit verschillende vakgebieden aangeworven. Zij spelen nu een actieve rol bij de evaluatie in samenwerking met de artsen. Dit jaar worden er tien extra evaluatoren aangeworven, volgend jaar nog eens vijf. De wachttijden zouden daardoor korter moeten worden. Ik bezorg u ook nog een tabel met de evolutie van de wachttijden in de afgelopen vijf jaar.
Mieke Claes (N-VA): Mevrouw de minister, wij zijn het uiteraard eens dat de wachttijden moeten worden ingekort. Lange wachttijden zijn absoluut niet prettig voor patiënten die het op medisch vlak vaak reeds moeilijk hebben. Mocht die wachttijd worden ingekort, dan kunnen wij hun zo toch een beetje meer comfort bieden en hen ondersteunen. Ik begrijp dat u zegt dat de huisartsen vroeger wel betrokken waren en dat daar veel reactie op kwam en niet alles positief verliep – alle begrip daarvoor – maar het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Wij kunnen de procedure ook altijd nog herdenken op basis van de evolutie in de komende maanden met het nieuwe plan dat voorligt. Ik ben blij dat er een heel aantal extra evaluatoren zijn aangenomen. Ik begrijp dat het gaat over verschillende disciplines die de evaluatie mogen doen. Wij volgen de zaak zeker verder op. Ik hoop dat het ook wordt opgevolgd om te bekijken wat het effect is en of alles uniform wordt aangepakt, want dat is wel belangrijk. Het idee om meerdere mensen te betrekken – ik herhaal het – mogen wij toch niet helemaal onder de mat vegen. Huisartsen staan vaak dicht bij de patiënt en zijn ook opgeleid om een objectief oordeel te vellen. Dat is ook zo bij specialisten. Vaak is een patiënt al lang bekend bij een specialist. Het is ook laagdrempeliger om naar een huisarts of specialist te gaan. Ik blijf erbij: het comfort en de centrale positie van de patient moeten toch op de eerste plaats komen.